Breda in en na de 80 jarige oorlog
De Opstand
Met de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) die we meestal de Opstand noemen, breken minder glorieuze tijden voor Breda aan. Afwisselend is de stad in handen van het Staatse (Nederlandse) en van het Spaanse leger. In 1590 herovert prins Maurits Breda dankzij de list met het turfschip. Hij smokkelt zijn soldaten Breda binnen in het turfschip van Adriaan van Bergen. De Spanjaarden worden hierdoor verrast en geven zich over.
Breda als garnizoensstad
Na de Opstand is Breda niet langer meer belangrijk als woonplaats voor de Oranje-Nassaus. Het is dan slechts een garnizoensplaatsje in een provincie die geen politieke betekenis meer heeft. De welstand zit dan nog vooral bij de vele officieren die in Breda gelegerd zijn.
De Hervormde Kerk is voortaan de enige toegestane kerk. De meeste inwoners van Breda zijn katholiek en gaan op zondag naar de schuilkerk. Breda wordt minder belangrijk.
Pas aan het einde van de 18e eeuw komt daar verandering in met de komst van de Fransen. De hervormde en katholieke godsdiensten worden weer gelijkgesteld. Ook voor de provincie Brabant komt er een einde aan haar achtergestelde positie. Na de val van Napoleon en het vertrek van de Fransen wordt het Koninkrijk der Nederlanden opgericht. Willem I van Oranje-Nassau wordt onze eerste koning.