150 jaar afschaffing Slavernij
Speech 150 jaar afschaffing Slavernij, vrijdag 30 juni 2023, 19.00 u, Maczekmemorial, Ettensebaan 17, uitgesproken door Paul Depla
Goedenavond dames en heren,
Vandaag herdenken we de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen. Dit jaar is dat precies 150 jaar geleden. 150 jaar klinkt alsof we met die herdenking heel ver terug de geschiedenis in gaan. En toch voelt het voor de vele betrokkenen nog heel dichtbij, ‘als de dag van gisteren’.
De afschaffing van de slavernij in 1873 was een mijlpaal in de geschiedenis. Maar daarmee waren de pijn en het verdriet niet verdwenen. Het verleden had en heeft daarmee diepe wonden geslagen bij de voormalig tot slaaf gemaakten en hun nakomelingen. Kortom, voor een heel groot deel van onze bevolking is dit een zeer bepalende periode in de geschiedenis geweest.
Ik zeg niets nieuws als ik het dubbele gevoel van deze dag benoem. Het lange tijd niet benoemen van de keerzijde van de “gouden eeuw” van Nederland. Een periode waar in de geschiedenisboeken nauwelijks aandacht aan is besteed.
En alhoewel de slavernij officieel 150 jaar geleden afgeschaft is, blijft het een emotioneel beladen onderwerp. Misschien wel juist door het gebrek aan aandacht in de loop der jaren. Die emotie mag er zijn. Het is juist goed dat die er is. Want ook dat zorgt voor diepgang en meer kennis van en betrokkenheid met dit stuk uit onze geschiedenis.
Daarnaast is juist aandacht voor dit onderwerp van groot belang. Immers, anno 2023 zijn er nog steeds grote groepen kwetsbare mensen. Voor uitbuiting op de arbeidsmarkt of voor seksuele uitbuiting bijvoorbeeld. En hebben we in de samenleving nog steeds te kampen met zaken zoals discriminatie en racisme. Wereldwijd is dat voor veel mensen, ook in ons land en ook in onze stad, nog steeds onderdeel van de dagelijkse realiteit. Een onderdeel dat we echt moeten blijven bespreken met elkaar, ook al roepen die gesprekken pijnlijke, ongemakkelijke, of zelfs onbegrijpelijke situaties op. Onderwerpen als deze mogen schuren, dat is misschien zelfs wel nodig om echt met elkaar tot de kern en hopelijk ook tot een verandering te komen.
Helaas is dat met onze historie verweven. De Vrede van Breda die hier op het Kasteel van Breda in 1667 werd getekend, is van groot belang voor de westerse wereld. Maar kent een enorme schaduwzijde. In het document werd bepaald dat onze republiek het gezag kreeg over Suriname en de Bovenwindse Eilanden. We behielden een Moluks eiland en een aantal forten aan de kust van West-Afrika. In ruil voor de koloniën kregen de Britten Nieuw-Amsterdam; het huidige New York. Voor de Republiek, voor Nederland, was nu de weg vrij voor een nieuwe handelsvorm waardoor het nog welvarender werd: de slavenhandel. In enorme aantallen werden de in Afrika gevangengenomen bewoners naar de Amerikaanse oostkust gebracht en daar verhandeld. Vanaf het Molukse eiland zette de VOC grootschalige slavernijtransporten op. Die praktijk van grootscheepse slavenhandel kon maar liefst twee eeuwen voortduren.
Prof. Dr. Alex van Stipriaan, emeritus hoogleraar geschiedenis van de Erasmusuniversiteit, is vanavond ook in ons midden. Hij vertelt u zo dadelijk meer over de Bredase relaties met het slavernijverleden.
Overigens heeft de gemeente Breda zelf weinig directe links met de slavenhandel; simpelweg omdat we geen zeehaven hadden. Maar, de sporen zijn er wel. Zo had je in Suriname een plantage genaamd Breda. En onze chocoladefabriek -de Kwatta- was opgericht door een Bredanaar die in Suriname een plantage had die Kwatta heette.
We zien nu steeds beter wat de rol van Nederland in het koloniale verleden is geweest. Over die rol was niemand in het verleden heel uitgesproken. Beetje bij beetje trekt de mist van het verleden op, wordt steeds helderder welke prijs door sommigen betaald is voor de rijkdom van anderen. Daarom bood premier Rutte op 19 december vorig jaar namens de regering zijn excuses aan voor het slavernijverleden. En ook daarom wacht iedereen met smart op excuses van onze Koning, morgen tijdens Keti Koti. De druk om excuses te maken is de afgelopen weken alleen maar toegenomen toen uit de uitgaven van ‘staat en slavernij’ bleek dat de Oranjes tussen 1665 en 1770 veel geld verkregen uit opbrengsten van de Verenigde oost Indische Compagnie.
Breda is Nassaustad. Het zou denkbaar kunnen zijn dat ons Nassau-verleden een link heeft met de slavernij. Er wordt nu een onderzoek uitgevoerd door onder andere het Stadsarchief naar het slavernijverleden van het stadsbestuur van de gemeente Breda. Hier wordt ook breder gekeken naar de link van de stad met het slavernijverleden. Op dit moment voeren we als college het gesprek met de gemeenteraad op welke manier we hier verder invulling aan geven. Uit de eerste resultaten van het onderzoek is duidelijk geworden dat het stadsbestuur in de 16e en 17e eeuw niet geïnvesteerd heeft in slavenhandel; simpelweg omdat de stad er het geld niet voor had.
Die verduidelijking van de geschiedenis, levert ook nieuwe discussies op. Bijvoorbeeld over straatnamen die zijn vernoemd naar oude helden die achteraf minder respectabel bleken te zijn. Inmiddels hebben we in onze Bredase gemeenteraad overeenstemming bereikt dat die straatnaamborden niet verwijderd hoeven te worden en dat een duidelijke uitleg volstaat. Met de suggestie om straten in nieuwe wijken ook te gaan vernoemen naar vrijheidsstrijders of tot slaaf gemaakten.
Ik zei het al; 150 jaar lijkt misschien lang geleden, maar voelt voor alle bevolkingsgroepen die het slavernijverleden met zich meedragen nog heel vers. En dat is het natuurlijk ook. Immers, stel u bent 75 jaar of ouder, dan had u wellicht een tot slaaf gemaakte opa of oma. En is het aannemelijk dat ook u mee voelde in hun verleden. En denk ook aan de Tweede Wereldoorlog. Dat is ook ruim 75 jaar geleden, maar voelt voor ons ook nog steeds als heel nabij. En ook die oorlog herdenken we elk jaar, juist omdat de impact daarvan zo groot is geweest.
Uit respect naar alle betrokkenen, willen we dit onderdeel uit onze geschiedenis dan ook letterlijk zichtbaar maken in de stad. En daarmee het toenemende bewustzijn over de kolonisatieperiode een gezicht geven. Daarom komt er een prachtig kunstwerk op een mooie plek in de stad.
Samen met de stichting Herdenking Afschaffing van de Slavernij Breda, Stedelijk Museum Breda en Stadsarchief, is er hard gewerkt om dit kunstwerk nog dit jaar te kunnen realiseren. Een knap staaltje Breda brengt het samen. En zó belangrijk dat deze partijen er zijn om blijvend aandacht te vragen voor de afschaffing van de slavernij en het verleden wat daar mee samenhangt. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Een kunstwerk als eerbetoon aan alle betrokkenen. Maar ook voor meer bewustzijn van al onze Bredanaars en bezoekers. Want, velen van ons hebben ook anno 2023 nog te maken met discriminatie of racisme. Laat het kunstwerk ons waakzaam houden zodat de geschiedenis zich niet herhaalt. Want de beelden en verhalen die er zijn over de slavernij, zijn werkelijk mensonterend. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de manier waarop mensen werden verscheept. En wat dacht u van het feit dat ‘de eigenaren’ van de tot slaaf gemaakten werden gecompenseerd toen de slavernij werd afgeschaft en niet de tot slaaf gemaakten zelf…. U begrijpt dat eigenaren hier tussen aanhalingstekens staat….
Met het kunstwerk geven we aandacht aan dit stuk geschiedenis. Aandacht die er al veel te lang niet of niet afdoende is geweest. Alle reden dus om er dit kroonjaar wederom uitgebreid bij stil te staan.
Ook onze Koning heeft zich de afgelopen tijd verdiept in dit deel van onze geschiedenis. Bijvoorbeeld door in januari een bezoek te brengen aan de zogeheten 'slavenhutjes' op Bonaire, aan het begin van hun rondreis door het Caribische deel van het koninkrijk. Ook in de podcast die Edwin Evers met hem heeft gemaakt, geeft Koning Willem Alexander aan ‘schoon schip’ te willen maken rondom het koloniale verleden van zijn voorouders. En gaf hij opdracht voor een wetenschappelijk onderzoek naar de rol van de Oranjes in deze.
Hoe dan ook is en blijft het een onderwerp dat onder een maatschappelijk vergrootglas ligt. In Breda herdenken en vieren we dit jaar voor de vijfde keer de afschaffing van de slavernij. Het herdenken gebeurt vandaag. De viering morgen, op 1 juli. Want, dan is het Keti Koti, wat letterlijk ‘Ketenen Gebroken’ betekent. Een belangrijke feestdag voor mensen met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond, die dan vieren dat in 1863 hun tot slaaf gemaakte voorouders van Nederland hun vrijheid terugkregen. Gebroken ketenen, maar volop verbinding!
Ik dank u voor uw aandacht.
Paul Depla
Burgemeester van Breda