Bredase Veteranendag 26 oktober

Deze tekst kan afwijken van de daadwerkelijke speech die burgemeester Paul Depla gaf. Hierbij geldt het gesproken woord.

Welkom allemaal in Park Valkenberg en in het bijzonder welkom aan de Bredase Veteranen, nabestaanden – nazaten en families van de Bredase Molukse KNIL militairen. Selamat Siang Tuan-Tuan dan Nonja-Nonja. 

Welkom allemaal in Park Valkenberg op deze bijzondere dag: De Bredase Veteranendag. Een dag opdat wij niet vergeten. Een dag om al die dappere veteranen te eren die gevochten hebben voor onze vrijheid. En ook een dag voor al die soldaten die op dit moment vechten voor vrijheid en vrede. Daar kan ik alleen maar heel veel respect voor hebben. 

Dit weekend staan we stil bij de 80e bevrijding van Breda. Op 29 oktober 1944 is Breda door de 1e Poolse Pantserdivisie onder leiding van Generaal Maczek bevrijd. De enige nog in leven zijnde Poolse bevrijder de heer Niedzielski is dit weekend in Breda. Een ware held. Het heeft lang geduurd voordat de Poolse veteranen de erkenning en zorg kregen waar ze recht op hadden. De erkenning en waardering die niet alleen de Poolse veteranen, maar alle veteranen verdienen. 

Deze tijd staat in het teken van erkenning en herkenning. Versterkt door het feit dat ook de Veteranenwet dit jaar 10 jaar bestaat. Een wettelijke basis voor de erkenning en zorgplicht van de Nederlandse overheid voor veteranen. Immers, dat de Tweede Wereldoorlog inmiddels 80 jaar geleden is, doet niets af aan de actualiteit ervan. 

Sterker nog, in onze maatschappij waarin polarisatie de boventoon lijkt te voeren, is het actueler dan ooit. De vanzelfsprekendheid dat er in Nederland nooit oorlog zal zijn begint te veranderen. Op dit moment wordt er – ook op Europees grondgebied– volop gevochten. We kennen allemaal de oorlog in Oekraïne en in het Midden-Oosten met vreselijke escalaties en vele onschuldige slachtoffers als gevolg. 

De veteranen die onze generaties kennen, streden voor de vrede en veiligheid van andere landen. Vaak ver van huis. Vaak uit het zicht. 

In het Europa waarin vrede zo vanzelfsprekend was, kregen de veteranen lang niet altijd de aandacht en respect die ze verdienden. Hun verhalen werden vaak niet gehoord. Er was lang nauwelijks aandacht voor hun ervaringen en oog voor de trauma’s die ze hadden opgelopen. Hun ervaringen, hun wereld. Het ging vaak ons inlevingsvermogen te boven. 

Nu de zekerheid van het leven in vrede en veiligheid door alle geo-politieke spanningen snel afneemt, is de kans aanwezig dat de inzet en de rol van veteranen meer op waarde wordt geschat. Want we ervaren nu allemaal weer hoe belangrijk het is dat mensen durven op te staan om met alle risico’s van dien te strijden voor vrede en vrijheid. 

Aanstaande dinsdag 29 oktober is het precies 80 jaar geleden dat Breda bevrijd is. Die dag is onlosmakelijk verbonden met onze veteranen. De Bredase én de Poolse. Het was immers de 1e Poolse Pantserdivisie van generaal Stanislaw Maczek die Breda bevrijdde. Vele soldaten betaalden een hoge prijs voor onze vrijheid; zij hebben hun leven voor ons gegeven. Daarmee zijn zij voor altijd met onze stad verbonden. Dat we de meest Poolse stad van Nederland zijn, vertellen we dan ook altijd met een grote mate van dankbaarheid. 

Net zo dankbaar zijn we voor al onze Bredase veteranen. De veteranen die vroeger voor onze vrijheid hebben gevochten én zij die in meer recente oorlogen hun diensten hebben bewezen. Ik kan me nauwelijks voorstellen wat u hebt meegemaakt en welke beelden er nog op uw netvlies staan. Want, we zeggen vaak dat we de generatie zijn die geen oorlog kennen. Dat geldt voor mij. Maar zeker niet voor veteranen die vaak ver van huis hebben gewerkt aan vrede en veiligheid. Vaak ook midden in oorlogsgebied. 

In Breda hebben we zo’n duizend veteranen. Mannen en vrouwen die zich in de afgelopen decennia hebben ingezet voor de vrede. Velen hebben hun leven op het spel gezet voor de vrede van de lokale bevolking. 

Dankbaarheid en respect willen we als stad ook graag uitdragen en laten zien. Daarom hebben we vorig jaar een plek gecreëerd in Park Valkenberg die symbool staat voor de waardering die we voor de inzet van onze veteranen hebben. Het Witte Anjerperkje heeft hier nu zijn permanente locatie gekregen. Het is daarmee een plek waar veteranen kunnen samenzijn, herdenken of reflecteren. 

En tegelijkertijd een plek waar we bijvoorbeeld onze schooljeugd kennis en bewustzijn kunnen bijbrengen over de strijd die is geleverd. Dat blijft relevant en hard nodig. Dat, tezamen met de onthulling van een herdenkingsplaquette om de veteranen te eren, zorgt voor permanente zichtbaarheid van deze geschiedenis. 

Én, met de herdenkingsplaquette ter nagedachtenis aan onze KNIL-militairen, vertellen we op deze plek ook het verhaal van de Bredase Molukse KNIL-militairen. Militairen die in 1951 samen met hun gezinsleden op dienstbevel naar Nederland kwamen. Hen wachtte een kille ontvangst. Vanuit de boten in het koude Nederland naar de kampen die in de Tweede Wereldoorlog als gevangenis van hadden gediend. Zoals Kamp Vught. Kamp Schattenberg. Na jarenlange voor de Nederlandse driekleur te hebben gestreden, werd de mannen de militaire eer ontnomen. Alsof ze voor niets hadden gevochten. Alsof ze van geen waarde waren geweest. En waar de Molukkers eerder nog dachten dat ze hooguit een paar maanden zouden blijven, liep dat heel anders. 

Het is een geschiedenis die in mijn tijd op de scholen niet werd verteld. Ja over de VOC werd gesproken. Over de onderdrukking door de Japanse bezetter werd verteld. Maar over de Molukse geschiedenis werd gezwegen. 

Het was niet alleen een verzwegen hoofdstuk. Het is met recht een zwarte bladzijde in ons geschiedenisboek geworden. Een geschiedenis van verbroken beloften. Een geschiedenis die daardoor grote littekens heeft nagelaten. Bij de eerste generatie die er vaak niet over sprak. Maar ook bij de volgende generaties Molukkers. 

Alleen door het verhaal te vertellen, hoe pijnlijk ook, kunnen de littekens slijten. Waarbij ook ruimte mag zijn om de eigen geschiedenis te beleven en de eigen cultuur levend te houden. Gelukkig heeft Breda een heel fijne Bredase Molukse wijk, met een nieuw plein waar iedereen elkaar kan ontmoeten, met een gerenoveerd kerkgebouw én met een fijn buurthuis gerund door de nieuwe generatie. 

Vertellen over de gruwelen van de oorlog is altijd al belangrijk geweest. En vaak zeggen we er dan bij: “Nooit meer oorlog”. Dat was zelfs lange tijd zó normaal, dat de oproep wellicht wat gratuit, obligaat of zelfs sleets werd. Inmiddels weten we beter. Nooit meer oorlog is alles behalve vanzelfsprekend. We zien de spanningen toenemen. Vrede is niet langer een gegeven. Ook niet in Nederland. 

Laat ons daarom vooral samen een vuist maken tegen oorlog, respectloosheid en conflict door onderlinge verbinding. Zodat we vanuit die verbinding voor elkaar opkomen. Ik ben ervan overtuigd dat we zo op onze beurt weer een vuist kunnen maken tegen polarisatie. 

Dames en heren, ons verleden en heden bewijzen des te meer dat vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend is. Maar, altijd de moeite waard om voor te blijven vechten. En daar zijn moedige mensen voor nodig. Mensen die op staan. En hun eigen leven op het spel willen zetten voor de vrijheid van een ander. Dat deden de Polen die Breda bevrijdde. Dat deden uw ouders en grootouders als KNIL-militairen. En dat deed u als veteraan.Vandaag vieren we de vrijheid hier in ons Breda. Dat zorgt voor enorme dankbaarheid. Al 80 jaar lang! Maar die dankbaarheid geldt ook zeker voor u als veteraan en voor uw als nazaten van de Molukse KNIL-militairen. 

Ik wens u een fijne, waardige veteranendag. Ik dank u voor uw aandacht.