Hans veegt zich een weg door Breda

Het wordt steeds kouder, blaadjes vallen van de bomen en de winterjassen komen langzaam uit de kast. Het is herfst! Het verkleuren van het blad en de paddenstoelen die uit de grond schieten geven prachtige plaatjes. Maar de herfst kan ook voor overlast zorgen, onder andere door vallende bladeren. Hans van Eekelen, veegmachinist bij Gemeente Breda, zorgt dat onze stad daar zo min mogelijk last van heeft. Na 20 jaar rijdt hij nog met evenveel plezier door Breda in zijn veegwagen.

Met de veegwagen rijdt de 53-jarige Etten-Leurenaar vijf dagen per week door heel de stad. Vooral de binnenstad is ‘zijn stukje’. “Ik kom dan misschien niet uit Breda, maar ik ken het inmiddels op m’n duimpje. Verdwalen doe ik hier niet”, vertelt Hans. “Oké, behalve dan in mijn eerste jaar. Vooral de Haagse Beemden vond ik toen een doolhof.” Hans begon met het legen van alle prullenbakken, maar stapte na een paar jaar over naar de veegwagen. Samen met zijn collega’s zorgt hij heel het jaar ervoor dat Breda een stukje schoner en veiliger is.

Seizoenswerk

Natte bladeren kunnen een hoop gladheid veroorzaken. Om de wegen, fietspaden en stoepen begaanbaar te houden worden de bladeren opgeveegd met de veegwagen. Dat gaat overigens niet zonder de hulp van de collega’s met de bladblazers. Zij blazen de bladeren van moeilijk bereikbare plekken richting de stoep en de goot, zodat de veegwagens er goed bij kunnen. Alle opgeveegde bladeren worden naar afvalservice gebracht en daar verwerkt.
Hans en zijn collega’s kunnen niet overal tegelijk komen, maar ze doen hun best. Elke dag, ook in het weekend, rijden de veegwagens door Breda. Ze doen er met zeven wagens zo’n acht tot tien weken over om heel Breda te vegen. En daarna begint het riedeltje weer opnieuw. In de lente en zomermaanden gaan de harde onkruidborstels eronder en wordt het zand en onkruid weggehaald. En in de herfst en de winter ruimen ze de bladeren op. In de winter als het vriest wordt er niet geveegd, dan worden de veegwagens geruild voor de strooiwagens. Dan bestuurt Hans de zogenoemde ‘knelpuntstrooiers’. Dat zijn compacte wagentjes die op smalle stukken wegen en fietspaden kunnen komen.

Geduld

Of Hans weleens gekke dingen meemaakt in zijn werk in die twintig jaar? “Niet echt”, aldus Hans. “Hooguit een verdwaalde feestganger in de binnenstad die om 6.00 uur ‘s morgens een eindje mee wilt rijden, of ongeduldige automobilisten die langs me heen scheuren.” Mensen die ietwat ongeduldig zijn, ziet hij dagelijks. “Ze scheuren langs me heen, snijden me af of komen zelfs naar me toe. Vaak kloppen ze dan aan de linkerkant omdat veel mensen niet weten dat het stuur bij een veegwagen rechts zit”, grijnst hij. “Maar als je gewoon rustig blijft, komt het altijd goed. Ik snap ook dat mensen haast hebben, maar uiteindelijk willen we toch allemaal een schoon Breda?”

Evenementen

Leuke dagen voor Hans om te vegen zijn de ochtenden na feestdagen, zoals Koningsdag. “We beginnen dan heel vroeg in de ochtend. De goot ligt meestal vol met rijen bekers. Soms haal ik op zo’n dag wel 10 tot 12 kuub vuil op. Dat geeft een heel voldaan gevoel. Tegen de tijd dat wij klaar zijn, komen pas de eerste mensen naar buiten. Voor hen lijkt het alsof er nooit iets gebeurd is.“

Toekomst

Hans brengt zijn dagen voornamelijk alleen in zijn wagen door. Maar tijdens het afval lozen en de pauzes drinkt hij graag een bakje koffie met zijn collega’s. “Ondanks het zelfstandige werk is er wel een teamgevoel en weten we elkaar te vinden als het nodig is.”

Hans is geen binnenzitter. Een kantoorbaan? Hij moet er niet aan denken. “Laat mij maar lekker buiten zijn in mijn wagen, radio aan, airco of verwarming aan en in mijn achteruitkijkspiegel kijkend hoe Breda weer een stukje schoner wordt. Het gaat nooit vervelen.” Hij ziet er dan ook niet tegenop om tot zijn pensioen hiermee door te gaan. “Tuurlijk heb ik soms mindere dagen, dat heeft iedereen. Maar het werk gaat me echt niet vervelen. Volgend jaar krijgen we een nieuwe grote wegdekreiniger die ik mag gaan besturen op de grotere doorgaande wegen. Daar kijk ik nu al naar uit!”