Herdenking afschaffing slavernij 2024

Deze tekst kan afwijken van de daadwerkelijke speech die burgemeester Paul Depla gaf. Hierbij geldt het gesproken woord.

Beste mensen,

Het is belangrijk om vandaag met jullie stil te staan bij Keti Koti. Een belangrijke dag. Een belangrijke dag voor onze geschiedenis. Onze gezamenlijke geschiedenis. Hoewel ik heel eerlijk gezegd me wel enigszins bezwaard voel dat ik als een van de drie 'witte' mannen op leeftijd het podium krijg. Want waarom niet meer ruimte voor al die gekleurde mensen. Niet alleen op een avond als deze, maar vooral ook zeker op een avond als deze.

Beste mensen. De verhalen over het slavernijverleden spreken tot de verbeelding. Ze doen pijn. Vanwege de onmenselijkheid. Maar ze doen ook pijn omdat ze zo lang niet verteld zijn. Daarom leiden ze bij ook tot zelfreflectie. Want waarom ben ik zo lang naïef geweest over onze geschiedenis. Waarom heb ik tijdens de lessen geschiedenis nooit nagedacht over de keerzijde van de verhalen die met trots werden verteld over onze Gouden Eeuw. Waar was mijn kritische houding? Waarom heb ik nooit vragen gesteld over de manier waarop die Gouden Eeuw kon ontstaan? Waarom was ik wel bewust van het vreselijke onrecht en wreedheid die in de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden? Maar waarom had ik niet nagedacht over het onrecht en de wreedheden van de slavenhandel? 
Vragen die dankzij de verhalen die nu verteld worden over het slavernijverleden natuurlijk wel gesteld zullen worden. 

Daarom is het goed dat nu voor de 6e keer op rij deze herdenking van de afschaffing van de slavernij wordt georganiseerd. En dat er ook steeds meer aandacht is voor Keti Koti op 1 juli. We moeten én willen erover blijven praten om ook bij de nieuwere generaties begrip te krijgen voor de gruwelen van de slavernij.

Verhalen die ongemakkelijk zijn om te vertellen. Verhalen van onze wereldgeschiedenis waarvan het goed is dat onze kinderen en kleinkinderen deze kennen. Ook in Breda. Want de slavernij is nu eenmaal ook verweven met de geschiedenis van Breda. Die verwevenheid willen we ook zichtbaar laten zijn. Daarom onderzoeken we in Breda mogelijkheden voor een kunstwerk. Het hoe en wat van dit kunstwerk is nog niet precies bekend, maar het is een mooie samenwerking tussen Stichting Herdenking Afschaffing Slavernij Breda, Stedelijk Museum Breda, Stadsarchief Breda en de gemeente. Een knap staaltje Breda brengt het samen. En zó belangrijk dat deze partijen er zijn om blijvend aandacht te vragen voor de afschaffing van de slavernij en het verleden wat daar mee samenhangt. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Een kunstwerk als eerbetoon aan alle betrokkenen. Maar ook voor meer bewustzijn van al onze Bredanaars en bezoekers.

Breda en de slavernij. Op meerdere punten is hiervan sprake. De Vrede van Breda die op het Kasteel van Breda in 1667 werd getekend, is van groot belang voor de westerse wereld. Maar kent een enorme schaduwzijde. In het document werd bepaald dat onze republiek het gezag kreeg over Suriname en de Bovenwindse Eilanden. We behielden een Moluks eiland en een aantal forten aan de kust van West-Afrika. In ruil voor de koloniën kregen de Britten Nieuw-Amsterdam; het huidige New York. Voor de Republiek, voor Nederland, was nu de weg vrij voor een nieuwe handelsvorm waardoor het nog welvarender werd: de slavenhandel. In enorme aantallen werden de in Afrika gevangengenomen bewoners naar de Amerikaanse oostkust gebracht en daar verhandeld. Vanaf het Molukse eiland zette de VOC grootschalige slavernijtransporten op. Die praktijk van grootscheepse slavenhandel kon maar liefst twee eeuwen voortduren.  

En je zou kunnen stellen dat Breda niet deelnam aan de VOC en de WIC. Dat klopt. En ook het Bredase gemeentebestuur had destijds geen geld om te investeren in slavernij. Maar, we weten dat burgers van Breda wel degelijk veel geld verdienden met hun aandelen in plantages. Een donkere bladzijde in onze geschiedenis. 
En ik zeg niets nieuws als ik het dubbele gevoel van deze dag benoem. Het lange tijd niet benoemen van deze bladzijde, zijnde de keerzijde van de “gouden eeuw” van Nederland.

Daarom doet ons Stadsarchief Breda verder onderzoek naar het slavernijverleden in Breda. En kijken we ook naar de sporen die de planters nalieten in het huidige Breda. Zo heeft bijvoorbeeld ook het bekende kasteel Bouvigne een relatie met slavernij. Zonder de financiële injectie van twee naar Breda gekomen koffieplantagehouders, zou dit kasteel er niet meer zijn. En dan waren er natuurlijk nog de koloniale producten, zoals koffie, suiker, tabak en cacao. Iedereen in de stad maakte daar gebruik van en zodoende ontstond er een hele infrastructuur van koffiehuizen, pijpenbakkers en een lokale chocoladefabriek. Chocola heette in Breda ook heel lang Kwatta, naar de chocoladefabriek die dezelfde naam had als een Surinaamse plantage.

Daarnaast hebben we vroegere Bredanaars met een link naar Slavernij. Bijvoorbeeld Wigbold Crommelin die met zijn gezin vanuit Suriname zijn intrek nam in Huize Assendelft en 3 huisslaven meenam naar Breda. Of John Gabriel Stedman, die in 1773 vanuit Breda in Suriname aankomt en in 1777 terugkeert. Tijdens zijn jaren in Suriname heeft hij een dagboek bijgehouden, waarin hij de schoonheid van het land beschrijft en het alledaagse leven in de kolonie. Maar ook de buitensporige wreedheden waaraan slaven op de plantages worden onderworpen. Dit dagboek wordt uiteindelijk een boek dat in zes talen wordt uitgebracht en dat bijdraagt aan het veranderen van de visie op slavernij. En, in het stadsarchief zelf is de huwelijksakte van Peter Stuyvesant terug te vinden, de Gouverneur-Generaal van Nieuw Nederland, die de slavernij in de kolonie niets in de weg legde en zelf ook slavenhouder was. 

Als het onderzoek vordert, zullen er vast nog meer verbindingen tussen Breda en de slavernij worden gevonden. Stuk voor stuk puzzelstukjes die langzaam op hun plaats vallen. Zo trekt beetje bij beetje de mist op. En dat is nodig. Want het verleden had en heeft diepe wonden geslagen bij de voormalig tot slaaf gemaakten en hun nakomelingen. De mijlpaal van de afschaffing van de slavernij ten spijt. Immers, met de afschaffing was het verdriet en de pijn niet verdwenen. 
 
En zoals ik al aangaf, ook vandaag de dag, anno 2024 is er nog steeds sprake van moderne slavernij. Niet alleen in landen ver weg in bijvoorbeeld de kledingindustrie of in de prostitutie, maar ook in Nederland vindt moderne slavernij plaats zoals bijvoorbeeld mensenhandel. Daarnaast hebben we in de samenleving nog steeds te maken met discriminatie en racisme. Wereldwijd is dat voor veel mensen, ook in ons land en ook in onze stad, nog steeds onderdeel van de dagelijkse realiteit. Een onderdeel dat we echt moeten blijven bespreken met elkaar, ook al roepen die gesprekken pijnlijke, ongemakkelijke, of zelfs onbegrijpelijke situaties op. Onderwerpen als deze mogen schuren, dat is misschien zelfs wel nodig om echt met elkaar tot de kern en hopelijk ook tot een verandering te komen. Luisteren naar de verhalen en perspectieven en aangesproken worden op deze lastige geschiedenis. Dat is niet gemakkelijk. Maar wel noodzakelijk. Daarbij is het niet alleen een verhaal van de afro-afrikaanse bevolking. Het is ook de geschiedenis van de witte samenleving. Voel je daarbij als witte samenleving niet direct persoonlijk aangevallen als de verhalen worden verteld. Maar blijf beseffen dat die verhalen betekenisvol zijn. En hun sporen nog steeds nalaten in onze samenleving. Niet omdat we het persé willen. Maar omdat twee eeuwen van slavenhandel en onderdrukking langdurige maatschappelijke effecten hebben.
 
Het lijkt misschien lang geleden, maar voelt voor alle bevolkingsgroepen die het slavernijverleden met zich meedragen nog heel vers. En dat is het natuurlijk ook. (Kathleen Ferrier noemde het zojuist: slechts 3 vrouwen terug). Immers, stel u bent 75 jaar of ouder, dan had u mogelijk een tot slaaf gemaakte opa of oma. Dan is het aannemelijk dat ook u meevoelde in hun verleden. En denk ook aan de Tweede Wereldoorlog. We leven daarna alweer bijna 80 jaar in vrede, maar ook dat voelt voor velen van ons nog steeds als heel nabij. En ook die oorlog herdenken we elk jaar, juist omdat de impact daarvan zo groot is geweest en nog steeds is. En ook omdat de huidige situatie in de wereld ons dwingt hier aandacht voor te hebben en te houden. Paralellen met de tweede wereldoorlog en met onderdrukking van verschillende rassen zijn er genoeg. En actueler dan ooit. 
Hoe dan ook, het is en blijft een onderwerp dat onder een maatschappelijk vergrootglas ligt.

Ik wil de Stichting Herdenking Afschaffing Slavernij Breda dan ook hartelijk danken voor het organiseren van deze gelegenheid. U zorgt voor een moment om stil te staan bij de afschaffing slavernij, u zorgt voor het tot stand brengen van verbinding, van het zo belangrijke samenbrengen van mensen.

Nogmaals hartelijk dank,